ERGO, ERGO SUM: terugBLIK EK Indoorroeien
Tekst: Oud-Batavier/Oud-Orcaan Robin Sterk
Het tweeluik NKIR + B(L)EK zit erop. Gelukkig maar, want eigenlijk háát ik dat ergogezwoeg. Kapotgaan in een bedompte ruimte, zonder een meter van je plaats te komen en na afloop trillende ledematen hebben, plus braakneigingen en langdurige spierpijn. “Waarom doe je dan toch mee aan dat soort beproevingen?” zal menige lezer denken. Mijn achterban zegt het zelfs hardop. Het zal wel te maken hebben met iets uit mijn jeugd: slecht in balsporten, te veel met m’n neus in Homerus en later vooral nepmedailles en fopprijzen bij obscure polderwedstrijdjes verzameld. Kortom, compensatiegedrag. Maar ook een bewuste keuze. Als reserveofficier ten tijde van die – heerlijk heldere – Koude Oorlog werd ik geschoold in de tactiek van het “vertragende gevecht”. Het onvermijdelijke lichamelijke verval zoveel mogelijk vertragen door vaak op het helse apparaat te klauteren is dan ook een methode die ik knarsetandend en ondanks twee versleten heupen bij mijn volle verstand toepas.
Vandaar ook mijn jaarlijkse deelname aan het Aegon Nationaal Kampioenschap Indoorroeien, kortweg NKIR. In 2016 werd ik Nederlands kampioen, tot veler verbazing, zij het niet van mijzelf want ik wist dat ik de enige deelnemer in mijn categorie was. Zou die grap dit jaar weer lukken? Jawel, het was wéér bingo: de tegenstanders waren, om met een empathische vriend te spreken “te laf of te zwak om mee te doen”. Sterker nog, ditmaal was het Europees kampioenschap toegewezen aan Amsterdam en daarom sta ik nu minstens een jaar te boek als Europees Kampioen Veteranen G (65-69). Mijn gymnastiekleraar uit de jaren zestig zou zich verbijsterd omdraaien in zijn graf als hij dit zou weten.
Overigens was het een geweldige happening in de Amsterdamse Sporthallen Zuid, met zo’n 1600 deelnemers uit vijftien verschillende landen, zij het dat de buitenlanders ver in de minderheid waren. Na afloop raakte ik in gesprek met een aantal Parijse deelnemers, geen echte roeiers maar eerder geblokte sportschoolfanaten, die me probeerden over te halen om toch vooral mee te doen met de Championnats de France et Open d’Aviron Indoor 2018. Natuurlijk een mooie aanleiding om de Ville Lumière weer eens te bezoeken, maar ik zie er toch maar vanaf, net als van de Ergohead. Het echte roeien gaat voor: de Beatrix Head Trials en de Head of the River hebben vanaf nu weer prioriteit. Alle uitslagen van de NKIR zijn hier te vinden: NKIR 2018 uitslag.
“Bea Blek?! Wie is dat in godsnaam? Heb je een date met die vrouw?” kreeg ik te horen van mijn echtgenote, toen de huisagenda openviel op 7 januari. Even had ik de vileine aanvechting om een bevestigend antwoord te geven, maar speelde toch maar open kaart en legde uit dat het ging om het Beatrix Lustrum Ergometerkampioenschap. “Je verliest toch altijd van Harry Droog?” Ai, dat was raak, want hij is mijn grote frustratie. Harry, ploeggenoot in de acht, is ruim vier jaar ouder, maar als deze zilveren Olympiër (Mexico 1968, dubbeltwee; rechts op de foto) meedoet, word ik hooguit best of the rest – na correctie op leeftijd – zoals in 2017. Bijna had ik dit artikel dan ook als titel gegeven “Als je eeuwig achterligt op Harry’s achterlicht”. En ja hoor, mijn vrees werd bewaarheid: twee seconden sneller dan vorig jaar, Harry een paar seconden langzamer dan in 2017 en toch weer van hem verloren. De enige troost is dat het gat een ietsiepietsie kleiner is geworden. Een kort filmpje van het hoofdnummer, de individuele 2000 meter, is te zien op de Facebookpagina van Beatrix: BLEK.
De prijsuitreiking vond plaats tijdens de goed bezochte en sfeervolle Nieuwjaarsreceptie, ontspannen en met de nodige kwinkslagen ingeleid door een andere oud-Orcaan, ons aller Elien Meijer, sinds eind 2017 voorzitter van Beatrix. Zelf kon zij dit jaar niet meedoen vanwege een blessure, maar ik vrees dat ik ook haar niet zou hebben kunnen bijhouden…
Robin Sterk