Enkele jaren geleden hebben vier Oud-Orcanen die nu bij Beatrix in Eindhoven roeien in de rubriek Van 030 naar 040 teruggeblikt op hun roeitijd in Utrecht en verteld over hun huidige Brabantse roeiersbestaan. Dat waren Elien Meijer, Angelique Stokvis, Roelof Kleppe en Robin Sterk, ieder daterend uit een andere periode. Nu is het de beurt aan Willemijn Nieuwenhuis. Hoeveel dat ene jaar dat zij lid is geweest van Orca voor haar betekend heeft en hoe die ervaring doorwerkt tot op de dag van vandaag, is hieronder te lezen. Willemijn komt graag in contact met oud-club- en ploeggenoten, het liefst via https://www.linkedin.com/in/willemijnn/.
Willemijn, hoe kijk jij terug op je jaartje bij Orca? Wat zijn je mooiste herinneringen?
Mijn jaartje Orca begon in de natte herfst van 1982 en duurde tot de hete zomer van 1983. Ik werd in september 1982 op Unitas overgehaald om bij Orca de afroeiperiode te doen. Ik ben nogal een push-over, dus toen ik vervolgens geselecteerd werd, ben ik maar gaan wedstrijdroeien. Leek me ook wel goed voor mijn zwaar matige studiediscipline (heeft niet geholpen, ik heb dat jaar één vakje gehaald….). Wel twee blikken getrokken en jaren later keurig afgestudeerd als psycholoog en een brave baan gevonden. Het trainen vond ik zwaar en niet leuk, ik zat op bakboord en naar mijn gevoel hebben we permanent op bakboord gelegen, pff. Thee met speculaaspoppen na de training, dat was fijn en de feesten waren ook lekker. In- en uit-trainingsfeest en daartussen een soort lentefeest dat de eerstejaars moesten organiseren. We hebben toen een echte pin-up kalender van ons team verkocht om wat budget te regelen: twaalf eerstejaars wedstrijdroeisters, onbeholpen arty gefotografeerd in een oude fabriekshal naast Orca. In onderjurkjes van mijn huisgenote die bij Hunkemöller werkte en op haar stilettohakken. Wie heeft die kalender nog? Ik ben zó nieuwsgierig.
De wedstrijddagen duurden vooral lang. Leuk was dat we vaak na de wedstrijd met de ouders en broers (2x Skadi) van mijn ploeg- en huisgenote Paulien gezellig gingen eten, ergens of bij hen thuis in een verbouwde boerderij. Behalve niet in de zon zitten moesten we ook leven volgens het intrainingsregime, dus vroeg naar bed en niet drinken. Paulien en ik kregen dan ook enorm op onze donder toen we met haar broers naar het Skadi-lustrumgala waren gegaan, ach ja. Op de foto ben ik de vierde van links, met kort kapsel en de ogen dicht.
Winnen vond ik fantastisch! Dat je niet meer kapot was na de race, aan dat erevlot lag en een corsage plus blik in ontvangst mocht nemen, echt een memorabele ervaring. Meegemaakt op de Koninklijke en bij de Randstad Regatta, beide op de Bosbaan. Ik heb ook een (ijskoude) Head geroeid in een combinatie-acht met vier eerstejaars van Triton. Tijdens de race trok de Triton-stuur in de notoire bocht van de Amstel het stuurtouw doormidden (we lagen net op winst uiteraard;). Toch nog 9e van de 10 geworden ondanks die harde stop, maar geen Headblik dus door dat matige materiaal. Over Triton gesproken: in mijn roeijaar 1983 won Orca de 100e Varsity en dat drukte de jubileumpret behoorlijk voor de Utrechtse corpsballen. Volgens dagblad Trouw was het zelfs een dieptepunt in de roeigeschiedenis, maar ik was erbij en vond het wel humor hebben, ook zonder te zwemmen.
En ondertussen had ik relationeel een dramajaar, waar Orca een prettige escape voor was. Aardige betrouwbare jongens, daar was ik aan toe. Ik werd geen blijvertje bij Orca, want als push-over die ik ben, had ik me tijdens mijn wedstrijdjaar op een zwak moment op Unitas laten overhalen om in de Novitiaatscommissie ’83 te gaan. Daardoor ging ik die zomer naadloos over van wedstrijdroeien naar nachten doorhalen aan de bar en, ja, weer roken. Dat fysieke verschil heb ik toen kennelijk goed opgeslagen, want later, toen ik neurologische shit kreeg, was ik met een natte vinger te lijmen om weer in de boot te stappen. Ik had goed onthouden hoe fijn een lekker getraind sportlijf voelt.
Hoe en wanneer ben jij bij Beatrix beland en op welke manier ben je daar actief?
In september 2017, 35 jaar na mijn Orca-jaar, ben ik gewoon weer bij de beginnersinstructie ingestapt en tot mijn opluchting kon ik het nog. Bij het uitstappen uit de boot sleepte ik de eerste twee jaar met mijn ene been, maar inmiddels kan ik na tien kilometer fier rechtop mijn eigen skiff terug naar de loods dragen, zonder die hinkepoot. Roeien is zo geweldig! Het idee om het weer eens te proberen ontstond op de fiets met een buurvrouw, die vertelde dat ze bij Beatrix roeide en die ik royaal aanbood een keertje te sturen. Ik wist niet dat je daar bij burgerverenigingen diploma’s voor nodig hebt. En van het een kwam het ander.
Wekelijks roei ik zo’n drie keer. In een dubbeltwee en met mijn gezelligheidsploegje, de Sirenes, en als flexroei-host. Dat flexroeien hebben we opgezet om mensen zonder (en met) een vaste ploeg de mogelijkheid te bieden om spontaan mee te doen op vaste roeimomenten. Een nieuwe variant daarvan is het Early Bird flexroeien om 07:00 uur. Na een pilot van twee jaar is het flexroeien uitgegroeid tot een blijvertje en daar ben ik best trots op. Super hoe gezelligheid en sportiviteit hierdoor bij elkaar komen. Verder vind ik het leuk om pop-up dingen te organiseren met ad hoc groepjes, zoals een lekker ‘uittrainings’feest of een avond met een bekkenbodemtherapeute, een buikdanseres en Turkse zoetigheid. Ook ben ik inmiddels instructeur (KNRB certified) en geef ik wat instructie.
En daarbuiten?
Hmm, ‘daarbuiten’ is mijn zere punt. Ik ben onvrijwillig uit het arbeidsproces gevallen, het ging gewoon niet meer. Ik ben getrouwd met een ingenieur in de chipsindustrie. We hebben drie dochters, die inmiddels afgestudeerd en aan het werk zijn in andere steden. Twee van hen hebben de roeitraditie in de familie voortgezet (bij Skadi en Triton). Eén heeft zelfs de Varsity 137-cie gedaan, met als thema inclusiviteit. Op alle drie ben ik heel trots. Buiten Beatrix ben ik het liefst zonder strakke planning bezig. Eerder was dat bestuurswerk, maar hoe nobel de cause ook is, ik houd nu eenmaal niet van vergaderen, wel van overleggen, weet ik nu. Dus als het zo uitkomt, doe ik dingen vanuit de glasvezelcoöperatie Nuenen en de asielzoekerscrisisopvang of organiseer ik een Creatieve Dag bij de Dorpswerkplaats, waar ik ook schilder. Én ik houd me bezig met initiatieven en projecten op het gebied van Artificial Intelligence (AI).
Kan je Orca en Beatrix met elkaar vergelijken?
Ja, ik vind Orca en Beatrix allebei weliswaar heel wit en hoog opgeleid, zoals natuurlijk veel roeiverenigingen, maar niet ballerig. Goed gevoel voor humor, geen watjes en hands-on. Weinig gelul, sober, en dat vind ik ook mooi in deze tijd. Soms gaat het te ver en dat vind ik dan weer hilarisch. Bijvoorbeeld alle dragende balken voor het nieuwe krachthonk met de hand zagen, hahahah. Of de heerlijk ouderwetse, net iets te koude tegeltjes in de kleedkamers, top!
Bedankt, Willemijn, voor je open verhaal en veel succes met alles wat je doet binnen Beatrix. Haal door!